Vandaag stap ik in alle vroegte op de fiets en zet koers richting het oosten. De zon is al op maar echt vrolijk kan ik er nog niet van worden.

Het is alweer 9 dagen geleden dat ik laat op de avond mijn laatste fietstas dicht klik me opgelucht voel dat alles past en mooi in balans is. Dan gaat de telefoon en belt Bart met een heel verdrietig bericht dat zijn broer plotseling is overleden. De afgelopen dagen stonden de tassen onaangeroerd in de kamer. Uiteindelijk besloten dat ik na de uitvaart toch zou gaan fietsen.

Nu ben ik onderweg en het voelt raar, kan eerst maar moeilijk in een ritme komen en voel me moe en kortademig. Begin zelfs te zweten en vraag me af of ik niet gewoon terug moet gaan.

Ik besluit eerst mijn jas uit te trekken en al snel volgt mijn longsleeve. Daar wordt direct beter van. Ik ben inmiddels Drachten uit en kom in landelijk gebied. Bij Frieschepalen stop ik bij de schans. Er staat een grenspaal. Een oude landsgrens van vlak na de middeleeuwen toen het land tegen de Spanjaarden moest worden verdedigd.

Ik fiets door richting Groningen. In het Stadspark stop ik voor een korte snackbreak. Het doel is om zo snel mogelijk de grens bij Nieuwstatenzijl te bereiken dus nog even snel met het Peerd van ome Loeks op de foto en hup weer op de fiets.

Onderweg geniet ik van de verschillen tussen het Westerkwartier, het Lageland en Westerwolde. Waar ik in Friesland en het Westerkwartier nog volop tussen de bomen fiets en langs melkveehouderijen kom, verschuift na “Stad” het landschap naar open akkers met graan, bieten en aardappels en statige herenboerderijen.

Enorme vergezichten bieden een kijkje op het weer. Donkergrijze wolken schuiven in de verte voorbij maar waar ik fiets schijnt onafgebroken de zon. Ik begin er een beetje plezier in te krijgen. En probeer zelfs voor de lunch bij de grens te zijn. Dit lukt niet helemaal want de wind haalt wat aan en op dit open land is geen beschutting.

Het uitzicht vanaf de sluis bij Nieuwstatenzijl op de Eems-Dollard is mooi. De grenspaal zie ik niet, de vogelkijkhut wel in de verte.

Beneden bij de sluiskolk staat koffiekar “Bakkie doen”. Ik besluit mezelf te verwennen met het halen van de grens. Inmiddels 105 km achter de trappers. Een heerlijke Latte met hazelnootschuimtaart maar natuurlijk ook mijn eigen havermout als extraatje want op koffie en taart alleen kan ik niet fietsen.

Ik stap weer op de fiets die overigens als een huis op de weg ligt. Goed in balans, lekker stijf frame. Ik merk dan ook geen enkele torsie op tijdens kilometers over de grenswegen. Soms is er amper een pad, singletracks, zandwegen met mulzand waar ik moet lopen, een natuurgebied waar ik volgens de route echt doorheen moet maar waar ik de fiets niet over de balken krijg die de paden afsluiten voor auto’s maar dus ook voor fietsers en me er dan maar al glijdend met een 40 kg combinatie aan de hand, scheef door de waterkant bijlangs/ omheen wriemel.

Ook de knooppuntenroute werkt niet feilloos want voor veel tussenstukjes moet ik lezen en dat lukt niet met beslagen bril door de inspanning en de grijze vlekken in mijn ogen. Kortom, de vaart gaat er wat uit en eerlijk, ik wordt ook wel wat moe. Toch ga ik kort van de route af voor een oud grenskantoor en even verder zelfs 4 km Duitsland in voor een 1000 jaar oude Lindeboom van 28 m!!!! omtrek. Daar heb ik dan ook even heerlijk mijn snackjes opgepeuzeld.

En hup weer 4 km pal tegen de wind in naar vestingstad Bourtange. Daar had ik mazzel dat de ijscoman nog net niet weg ging en mij zijn laatste ijsje van de dag verkocht. Na Bourtange verkend te hebben weer door voor het laatste stukje.

11 u en 5 min na de start zet ik in 20 minuten mijn tentje op en bedje klaar. Kook mijn water voor het eten. En terwijl mijn pasta aan het rehydreren is spring ik onder de douche en binnen 40 min is het kamp klaar, ben ik schoon en is mijn buikje gevuld . Net als ik op bed wil komt er een vrouwelijke wandelaar aan op het veldje, we raken aan de klets en zij blijkt de halve wereld over te hebben gelopen en gefietst. Toen werd het toch nog laat.