Required?

Resting the body -not explane or justify – is a human right

Haiku by Hennessy

Voordat ik in HotSprings aankwam had ik het plan om me heerlijk te laten verwennen. De hostel zou een masseuse hebben en ik zou heerlijk badderen in de Thermaalbaden. Echter de masseuse had een uurtarief van 100 $ en de thermaalbaden kosten al gauw 60$ per uur met 2 personen. Dat vond ik toch wel wat duur voor een badje. We besloten daarom met zijn allen lekker uit eten te gaan en dat was dus gisteravond.

Vandaag pak ik mijn rugzak in voor de laatste dagen op de trail. Inmiddels is duidelijk dat ik met Bottles en Rabbitfoot zal finishen. We hebben met zijn drieën gekeken wat een haalbare planning zou zijn en besluiten dat we geen rustdag meer nemen en zo weinig mogelijk eten gaan sjouwen, wat betekend dat we een paar keer in een stadje eten kopen. Als we op 11 november willen finishen hebben we nog 16 dagen te lopen waaronder dwars door de Smokey Mountains. Ook komen we nog een paar leuke logeerplekken tegen waar ik erg naar uit kijk. Het voelt allemaal heel onwerkelijk om na zoveel weken nu zo dicht bij het einde te zijn. Ik probeer er heel bewust van te genieten maar er moet nog flink gelopen worden. 442 Kilometer in 16 dagen en dat is best nog veel.

Terwijl ik zo aan het plannen ben om te finishen komt ook het gevoel sterk naar boven dat dit hele avontuur straks is afgelopen. Ik kan het me nog niet goed voorstellen hoe het zal zijn om niet meer iedere dag te hoeven lopen in het bos. In die prachtige natuur. Ik kan me alleen voorstellen dat ik eenmaal thuis, iedere dag de drang zal voelen om naar buiten te gaan. Ik woon aan het water en werk in de bossen. Zo ingewikkeld zal dat niet zijn. Aan de andere kant verlang ik ook steeds meer naar rust. Juist niet meer hoeven lopen, wakker worden en gewoon blijven liggen in bed. Ontbijten in alle rust en daarna lekker een boek lezen. Iedere dag douchen en zitten op een schoon en warm toilet. Eindeloos water drinken zonder op je rantsoen te hoeven letten.

Ik loop Hotsprings uit en direct gaan we de bergen weer in. Steil omhoog met als eerste grote doel de zonsopkomst op Max Patch. Een grote weide bovenop een bergtop waar je tot voor kort nog mocht kamperen. Door de kwetsbaarheid van het gebied is dat sinds 2021 niet meer mogelijk. We slapen dus een paar kilometer voor de top en gaan voor dag en dauw op pad.

Door de wildfires die ondertussen woeden in gebieden niet ver van de trail, is de kleur van de lucht prachtig. Op een glijdende schaal van roze-lila naar oranje-geel loop ik als een malle door het bos.

Ik ben natuurlijk veel te laat opgestaan. Het wordt iedere ochtend lastiger om uit mijn warme nestje te komen en het was koud vannacht, zo rond het vriespunt. Normaal is een kwartiertje later niet zo’n probleem maar met een zonsopgang kan dat net het verschil maken tussen nog net niet, en helaas net te laat. Ondertussen besef ik ook dat wanneer ik de zonsopgang niet haal ik in elk geval van de kleurenpracht tussen de bomen heb moeten kunnen genieten dus sta ik zo nu en dan even stil om te genieten van de donkere silhouetten van de bomen tegen die schitterende ochtend lucht.

Wanneer ik het bos uitkom en de weide van Max Patch oploop zie ik dat ik op tijd ben. Al mijn trailmaatjes zijn er al. Op de top zet ik mijn rugzak op de spontaan ontstane rugzakparkeerplaats en moet stilletjes lachen om dit tafereeltje. En terwijl ik staand in een squat er een foto van maak, roept Stark dat ik nog even moet blijven staan want hij is net een foto van mij aan het maken. Dat valt bepaald niet mee.

Na de schitterende zonsopgang maken we nog wat leuke foto’s van de hele groep. Ten slotte zijn we niet zo vaak met zijn allen bijeen.

De afdaling van Max Patch is prachtig. De herfstkleuren zijn nog steeds prachtig en het weer is zelfs warm te noemen. Rond lunchtijd kom ik aan bij een markant gebouw. Het lijkt wel een spaceship en bij nadere inspectie blijkt het een gebouw te zijn voor flightcontrol in de luchtvaart. Ik lunch heerlijk in het zonnetje en voel mijn armen zelfs wat branden.

Aan het einde van de dag slapen we in een bijzondere shelter aan het begin van de Great Smokey Mountains. Er zit een dik gazen hek voor wat je nachts kunt sluiten zodat de, blijkbaar gevaarlijke, beren je nachts niet kunnen bezoeken. We morrelen nog wat aan het wrakke slot en twijfelen aan zijn nut.

Ook discussiëren we of het eten nu opgehangen moet worden in de bomen of in de shelter kan worden bewaard. We besluiten tot ophangen wat weer leidt tot een andere hilariteit. Het valt Rabbitfoot op dat er zoveel steenhopen zijn op de plek waar hij de berenhang gaat doen. Later ontdekken we dat het de “toilet area” is. Omdat er geen privvy is bij de shelter moet je dus met een poepschep een gat graven en je ding doen. Omdat de aarde hier zo hard en rotsachtig is lukt dat amper en leggen mensen dus maar gewoon een steen op hun drol… Vervolgens ontdekken we een grote schep aan de buitenwand van de shelter en als Bottles meldt dat ze even weg is schiet ik in de lach. Gewapend met een rol wc papier en een enorme schep op weg naar de “toilet area” roept fantastische beeld op van drollen zo groot als voetballen.

De volgende dag is een lange dag en onderweg kom ik een dilemma tegen. Een zijtrail van 1,5 kilometer leidt naar een prachtige oude brandwachttoren “Mnt Cammerer Lookout”. Ik wil er graag naar toe maar dit betekend 3 kilometer extra die dag. Ik besluit het toch te doen en het is de moeite waard. Een prachtige stenen toren met een houten uitkijkpost er bovenop. Eromheen groeien allemaal Toverhazelaars. Ik moet ineens aan mijn vader denken…

De 2 dagen erop loop ik door The Great Smoky Mountains met maar 1 grote wens. Een beer zien. Ik ben de enige van de hele groep die er nog niet een gezien heeft. Wel kom ik regelmatig berenpoep tegen. Enorme hopen stront, zwart en vol met pitten van de bessen. Soms komt de stoom er nog net niet af zo vers zijn ze. Ook het geblaf van de jagende honden is een teken dat ze wel degelijk in de buurt zijn. Ik besluit geduldig te blijven en zet mijn ogen en oren open op de trail. Ze kunnen in de bomen zitten, op verderop wegrennen door het struikgewas en gebladerte. Maar iedere keer blijkt het geluid van herten te komen en het enige wat ik hoog in de bomen zie is de zon die erdoor heenschijnt.

Vlakbij het stadje Gaitlinburg worden we door Gups en haar vriend opgehaald voor een gezellige lunch en resupply in de stad. Gups heb ik ontmoet op mijn eerste dag van de trail. Zij is echter Kathadin niet opgeweest en liep direct de 100-mile wildernis in samen met haar vriendin. Ik heb ze niet weer gezien maar Bottles heeft contact gehouden. De rit van de trailhead naar de stad duurt meer dan een uur. De drukt komt door de schitterende herfstkleuren en alle toeristen die in de auto de berg oprijden om hier van te genieten. Het stadje zelf is net een tourist trap. Ik ben van nature al niet gek op plekken waar een hele grote groep mensen zijn. Ik wordt helemaal gek van alle kleine souvenirwinkeltjes en al die mensen die hier rondlopen. Het lijkt net een grote kermis. Ik vond de lunch gezellig, het boodschappen doen noodzakelijk maar was blij aan het einde van de dag weer te mogen verdwijnen in de stilte van het bos.

Ik heb Tennessee nu definitief achter ons gelaten en lopen het laatste stuk in North Carolina. De shelters zijn ondertussen al aardig voorbereid op de koude winter die eraan komt. De meeste hebben grote zeildoeken voor de ingang hangen. Dit houdt de koude en wind tegen maar maakt het ook direct een stuk donkerder. Omdat we in het weekend in de Smokey’s lopen betekend dit ook volle shelters. En dan moet je ook nog met je hoofdlampje op rood licht (dit doen je omdat je dan je medereisgenoten niet wakker maakt) je spullen bijelkaar zoeken in de ochtend. Nu zijn mijn ogen niet zo goed meer sinds de zomer van vorig jaar dus voor mij is dit rode licht niet echt een uitkomst. Ik ben dan ook blij dat na het weekend de shelters weer leeg zijn en ik gewoon mij witte lamp kan gebruiken in de ochtend. Weekend Hikers stappen niet om 6:00 uur al uit hun slaapzak namelijk.

Het volgende reisdoel is Clingmans Dome. Met zijn 2025 meter de hoogste berg van Tennessee (jij we zijn toch nog even terug) en het hoogste punt van de gehele Appalachian Trail met op de top een grote observatietoren uit 1959. Normaal heb je hier uitzichten tot wel 160 kilometer ver. Verbaasd ben ik niet dat het net op deze dag weer mistig is. Toch besluit ik naar boven te klimmen en te kijken wat de toren mij te bieden heeft. Ik ben aangenaam verrast door het prachtige silhouet van de dennenbomen in de mist. Ik bedenk me dat ieder uitzicht zijn eigen charme heeft en ben tevreden met het mijne.

Na Clingmans Dome gaat de trail verder over de bergkam van de Smoky’s. Soms nauw en rotsachtig zoals in Maine. Ik waan me dan ook soms terug naar die eerste weken van de Trail. Na 4 dagen in The Smoky’s daalt de trail weer af naar een groot stuwmeer. Fontana Dam.

Hier slapen we in een shelter met uitzicht op het meer. Het is berekoud en door de 2 openingen tocht het erg in de shelter. Dat kan me echter niet zoveel schelen want als ik avonds in mijn bedje lig op een oor en het uitzicht heb op het meer met zijn zilveren maneschijn op het licht rimpelende water kan ik alleen maar verwonderd zijn. Langzaam vallen mijn ogen dicht en ik wordt die nacht ondanks mijn wollen sokken, mijn wollen onderkleding, mijn donsjas en mijn muts toch nog een paar keer wakker.

De ochtend erop is een prachtige bleke gele zonsopgang het kadootje van de dag. We tellen nog een keer ons eten om te beslissen wat we nog nodig hebben tot en met de laatste dag. En terwijl het niet zo’n lange dag zou worden, loopt het allemaal weer anders als aan het eind van de dag blijkt dat er een vaag persoon zich verschanst heeft in de shelter. Hij spreekt geen engels en de vibe is niet echt goed. We besluiten door te lopen om bij een brandtoren te gaan slapen.

Als ik uiteindelijk ver na zonsondergang bijna bij de toren ben moet ik nog water verzamelen. De bron vlak voor de toren is echter bijna bevroren. De betonbak waar het smalle stroompje water in loopt is helemaal dicht gevroren en ik kan niet eens een scheur in het ijs schoppen zo dik. Als na een kwartier mijn waterflessen volgedruppeld zijn en ik mijn ijskoude vingers weer in de handschoenen schuif klim ik de laatste kilometer naar de toren. Rabbitfoot heeft zijn tent bovenop het platform opgezet. Dat wil ik ook. Het is windstil en het uitzicht over de de kim is geweldig. De laatste kleuren van de ondergegane zon zijn als een soort brand te zien. Rood-oranje gloeiend is de rand boven de bomen. Ik probeer mijn tent met touwen vast te knopen aan de reling want haringen kan ik op het houten platform niet gebruiken. Moe ga ik in mijn bedje liggen, geen energie meer om warm eten te maken. Ik weet dat ik de volgende dag spijt krijg van deze beslissing maar ik ben te moe. Met tegenzin kauw ik een aantal energierepen weg zodat ik niet midden in de nacht wakker wordt. De volgende dag ontbijt ik dan ook met mijn pasta maaltijd van gisteren. Ook prima zo.

In de dagen erna ontmoet ik Big Agnes. Een van de mannen waarmee ik gestart ben. Hij is 3 weken terug gefinished en kan zijn draai thuis nog niet vinden. Hij doet nu trailmagic voor SOBO-ers die hij kent en die nog niet gefinisht zijn. Wat heerlijk om hem weer te zien en zijn verhalen te horen. Hij heeft worstjes en hamburgers, fruit en salade. Koffie en frisdrank. Ik kan dit allemaal erg waarderen op deze koude dag.

5 Dagen voor de finish passeer ik de grens van North-Carolina en Georgia. Terwijl ik de laatste staat binnen loop ben ik onderweg naar Hiawassee Hier zijn we uitgenodigd in een huis aan het Chatuge meer. Het huis is van een vriend van de broer van Rabbitfoot. We mogen er 2 nachten slapen en zullen ook 2 dagen slackpacken. Heerlijk even geen gewicht op de rug.

In Hiawassee gaan we ook lekker uit eten en komen we Stitch met haar vriend Derby nog tegen. Stitch ken ik al sinds Monson, na de Hundred Mile Wilderness en ik heb wekenlang met haar, Bottles en Rabbitfoot samen gelopen. Dit zal de laatste keer zijn dat ik ze zie. We nemen echt afscheid. Het komt binnen bij mij. Dit gaat de komende dagen nog wat worden. Afscheid nemen van mijn trailvrienden na zoveel lief en leed gedeeld te hebben.

Vanuit het Lake House heb ik uitzicht op een van de grote bosbranden. De dag van aankomst zie ik alleen de enorme rookpluim van achter de bergrug maar wanneer ik de dag erop thuiskom is de rookpluim aan onze kant van de bergrug te zien. Na nog een dag lopen is het niet meer 1 maar zijn het wel 5 tot 7 rookpluimen in de vallei aan de andere kant van het meer. Ik lees in het nieuws dat de brand niet onder controle is en meer dan 22 vierkante kilometer beslaat. Gelukkig voor ons hoeven we er niet doorheen, omheen. Het ligt aan de oostkant van de trail. Wel kunnen we de rook ruiken en zien we de gekleurde zonsopgangen en zonsondergangen door de rook. Al met al wel indrukwekkend. Vorig jaar zijn er hele stukken trail afgezet vanwege bosbranden.

Een paar dagen later loop ik langs de buitensport zaak van Bill. Bill ziet direct dat mijn rugzak aan de zware kant is. Ook is hij het niet helemaal eens met hoe ik hem op mijn heupen draag. Hij geeft me graag advies en trek hier en daar wat aan de banden. Ik moet zeggen, zo 3 dagen voor de finish is het toch fijn dat de rugzak goed wordt afgesteld. Ook hang ik hem nog eens aan een weegschaal en zonder eten en drinken blijk ik slechts 17 kilo te tillen. Tel daar 1-2 liter water bij op en per dag een kilo eten (nu nog 3 kilo tot de finish). Dan kom ik weer uit op een 21-22 kilo rugzak. Terwijl ik met 25 kilo ben begonnen. Hier kan ik nog winst op halen de komende jaren maar niet meer tijdens deze tocht. Ook Bill besluit dat ik wel een hele sterke vrouw moet zijn als ik dit allemaal de hele trail mee heb gesleept. Ik vertel dat dit zelfs de afgeslankte versie is want in Damascus heb ik nog spullen naar mijn zusje gestuurd, echter ik neem (te) veel eten mee (bang voor honger) en ook ruim water (wil niet bij iedere bron water filteren en zeker niet zonder water komen te zitten. “you pack your fears” zegt Bill. En ik denk dat hij gelijk heeft, ik ben een sterke vrouw die haar angsten op haar rug met zich meedraagt… Maar… ik ben nog steeds op de trail en laat me door niets en niemand meer tegenhouden.

Ik slaap nog 1 keer in een hostel en geniet van de luxe van een warme douche en een warm en droog bed.

De laatste nacht op de trail slaap ik in een shelter. De temperatuur loopt terug richting vriespunt. Het is mistig die avond. Echt vriezen doet het niet, koud is het wel. Als ik de volgende dag wakker wordt hoor ik het al. Het regent. Ik ben niet verbaasd. Ik ga finishen zoals ik ook gestart ben. In de regen. Ik geniet van mijn warme havermout, mijn standaard ontbijt deze hele trail en probeer zo warm mogelijk te blijven. Ik moet nog zo’n 5 kilometer naar de finish op Springer Mountain en hierna nog 14 kilometer naar Amicalola Falls waar ik opgehaald wordt door de shuttle die Bottles en mij naar Atlanta zal rijden. Ik vindt het zo raar. Het is 11 november en mijn laatste dag op de trail. 159 dagen geleden sinds ik gestart ben op 6 juni in de regen. Ik ben er bijna. Het wordt een lange dag.

Na 5 kilometer ontmoeten we vlak voor de finish de broer, vrouw en zoon van Rabbitfoot. Een warm welkom volgt en Bottles en ik geven elkaar maar een knuffel voor mij niemand uit Nederland en voor Bottles niemand uit Australie. Wij hebben alleen elkaar.

Gezamenlijk lopen we naar de top van Springer Mountain. Het einde van de 3538 kilometer lange tocht. Er komen geen tranen, en ik ben best verrast. Is dit het dan? Het einde is gek want ik moet nog 14 kilometer. Na de nodige foto’s ga ik dan richting Amicalola Falls en prompt verdwaal ik daar nog bijna. Er lopen vanaf Spinger Mountain een paar paralel trails naar beneden. Ik wil de kortste route echter dat gaat mis. Uiteindelijk loop ik een uur om en terwijl Rabbitfoot en Bottles al beneden zijn loop ik langs de waterval naar beneden. Wanneer ik de boog zie die het einde van het pad markeert komen dan toch de tranen. De tocht is volbracht, de laatste stappen gezet, ik hoef niet meer verder, het is klaar.

Binnen in het visitor Centre schrijf ik mijn naam in het trailregister. We zenden nog een keer een einde trail signaal met de Garmin Inreach naar ons thuisfront.

Ik neem afscheid van Rabbitfoot en zijn familie. Ik heb het gevoel dat we elkaar niet terug zullen zien… Het voelt onwerkelijk. De shuttle brengt Bottles en mij naar Atlanta. We slapen in een luxe hotel en gaan lekker uit eten in het restaurant om de hoek. In onze trailkleding zitten we aan de champagne en genieten van onze laatste dagen samen.

Op de zondag gaan we naar het Coca cola museum en het Atlanta Aquarium.

S’avonds gaan we nog uit eten met Rabbitfoot en zijn familie. Hij is bijna niet herkenbaar zonder baard. Het duurt wel een kwartier voor ik hem zonder verwondering aan kan kijken. Zo’n ander gezicht. Na deze avond neem ik opnieuw afscheid van hem en de volgende ochtend ook van Bottles.

POST TRAIL:

In een 28 uur durende busrit rijd ik van Atlanta naar Boston waar mijn zus Korina me ophaalt en ik nog een heerlijke 10 dagen bij haar en haar man Thomas logeer.

Korina heeft met pottenbakken een prachtig herinneringsbord gemaakt.

In de laatste week van de trail kon ik me nog niets kon voorstellen bij een hele dag op de bank zitten maar in deze 10 dagen bij Korina wordt het heel erg duidelijk. Ik ben intens moe. Ik kom werkelijk tot niets. Ik zit 10 dagen op de bank te genieten van het uitzicht, boekje lezen, eten en drinken en 3 keer een korte wandeling in de bossen. Ik wil wel heel graag maar kan de moed niet opbrengen. Tegelijk doen mijn voeten ook ontzettend zeer. Dat was eigenlijk al zo in de laatste weken van het lopen. Als ik wakker wordt op de trail kan ik bijna niet op mijn voetzolen staan. Ze zijn dan zo gezwollen dat mijn tenen de grond niet raken. Als ik de schoenen aan doe en begin te lopen duurt het wel 30 minuten voordat ik de pijn niet meer voel. Nu tot rust gekomen ben voel ik pas de schade aan mijn lijf. Niet alleen zijn er een flink aantal tenen doof en zijn er een aantal gewrichten dik en heel pijnlijk. Ook mijn spieren zijn van slag. Ik krijg zomaar krampen in mijn bovenbenen. Dit had ik de laatste weken wel vaker als ik me uitstrekte. Bv op bed of staand, dan schoot de kramp erin. Ik dacht dat het overbelasting was maar tijdens de 10 dagen bij Korina wordt het alleen maar erger. Thomas oppert om magnesium te gaan slikken, helpt om je spieren te laten ontspannen. Bij een tekort aan magnesium kan een spier dit niet goed meer. En het wordt na 2 dagen inderdaad al beter. Het is rond het vriespunt in Lunenburg en ook koude op mijn spieren is niet fijn, dan verkramp ik ook zomaar. Terwijl ik op de trail geen last had van de koude.

In totaal ben ik 10 kilo afgevallen. Na 10 dagen bij Korina op de bank ben ik nog geen gram aangekomen. Mijn stofwisseling staat nog in de hoogste stand en dat gaat waarschijnlijk nog wel even duren. Ondanks de heerlijke thanksgiving maaltijd tijdens mijn eerste thanksgiving. We eten heerlijke kalkoen uit de ovenen en pumpkinpie.

Ook het slapen wil nog niet zo goed. Ik ben wel erg moe maar wordt een paar keer per nacht wakker. Dit is tijdens het lopen begonnen. Iedere nacht wel 1 a 2 keer eruit om te plassen. (hoefde ik voor de trail nooit). Ook een dekbed is nog niet echt fijn. Ik besluit mijn quilt over me heen te leggen en dit geeft direct een veilig gevoel en ik slaap al beter.

Ik ben wel erg moe maar wordt een paar keer per nacht wakker. Dit is tijdens het lopen begonnen. Iedere nacht wel 1 a 2 keer eruit om te plassen. (hoefde ik voor de trail nooit). Ook een dekbed is nog niet echt fijn. Ik besluit mijn quilt over me heen te leggen en dit geeft direct een veilig gevoel en ik slaap al beter.

Ook mijn huid is niet rustig. Sinds de wekenlange natte periode in het begin heb ik een soort pukkelige uitslag op mijn romp. Bij vlagen jeukt dit en is het rood. Ik dacht eerst dat het kwam door de almaar natte kleding, later door het zout van het zweten wat als kristallen in de kleding schuurt. Ik verlicht het met een soort poeder wat ik in Amerika gekocht heb echter het gaat niet over. Ook met hydrocortison crème ging het niet over.

Het is raar om weer luxe om me heen te hebben en te weten dat het blijvend is. Ik hoef niet na 1 of 2 nachten weer op pad.

Een grote verrassing als ineens Stitch met Derby op de stoep staat. De beloofde beanie is af en ze komt hem persoonlijk brengen. Tranen lopen over onze wangen en trots draag ik de hemelsblauwe muts. Gemaakt in de avonden op de trail door Stitch van de Alpaca wol die ze kreeg van Fresh Ground. Wat een mooie herinnering.

Na 10 dagen bij Korina en Thomas vlieg ik naar huis.

Het is heerlijk om mijn moeder en Bart en de kinderen weer te kunnen knuffelen. We zijn met zijn allen nog een week op Terschelling. Heel stoer dacht ik nog aan lekkere strandwandelingen maar na een paar tochtjes tussen de 4 en 10 kilometer is het echt gebeurd. Mijn voeten doen zo zeer en mijn knieën en handen zijn ook niet helemaal rustig.

2 Weken na de trail ga ik naar de huisarts om stressfracturen in mijn voeten uit te sluiten en mijn bloed op magnesium, ontsteking en schildklier te laten prikken. Ook de huiduitslag bespreek ik.

Mijn magnesium is aan de krappe kant en ik besluit dit voorlopig te slikken. Als ik het een dag niet doe, nemen de krampen direct toe.

De foto’s laten geen afwijkingen zien in mijn voeten. En het bloed geen ontsteking. Ik krijg diclofenac voor de komende 6 weken om te kijken of de onrust in mijn gewrichten tot rust te brengen is en de nachtelijke pijn te onderdrukken. Ik kon inmiddels geen dekens meer op mijn tenen verdragen, niet meer met blote voeten op een harde ondergrond lopen en ook de gewrichten in mijn vingers worden dik en pijnlijk stijf. Het lijkt op artrose door overbelasting. Echter in plaats van dat het beter gaat lijkt het wel een soort rebound effect. Steeds meer gewrichten doen mee.

Mijn huid blijkt een schimmeltje en ontsteking te zijn. Dit door maandenlange nattigheid en slechtere hygiene. De behandeling met zalf kan wel weken duren.

De komende weken zit ik in de reparatiemodus en dit kost mijn lichaam veel energie. Samen met de stofwisseling in de hoogste versnelling kom ik niet aan. Zelfs niet als ik inmiddels een maand off-trail ben.

Ik ga inmiddels alweer 2 weken op de fiets naar mijn werk maar een lunchwandeling zit er nog niet in. Na 30 min op de stoel ben ik stijf als ik moet lopen en door de knieën om de bloeddruk te meten lukt ook niet en ik kan alleen mijn bergschoenen aan mijn voeten verdragen. Ik voel me een oude vrouw maar heb er nog wel vertrouwen in dat mijn lijf gewoon tijd nodig heeft om te herstellen. En tot nu toe vind ik het nog allemaal het afzien waard.