Rain
Nice summer rain – or high winds and dumping rain – sun is always next in line
Haiku by Henny Veenstra
Heerlijk geslapen in de Lean-to. Vroeg wakker en licht nerveus want vanaf vandaag loop ik alleen nog maar naar het zuiden, Het regent nog steeds maar dat is iets waar ik niets aan kan veranderen, Het is de tijd van het jaar en tevens het risico van de SOBO-er. De mensen die de trail van noord naar zuid lopen noem je south bounders, oftewel SOBO-er. Diegenen die van zuid naar noord lopen (de meerderheid) noem je northbounders oftewel NOBO-ers.
Het pad is modderig door de regen. Hier en daar liggen er balken zodat je niet tot je kuiten in de modder zakt. Het pad wisselt snel tussen modderpoelen, natte bosgrond en grote stenen waar je net niet tussendoor en dus vaak overheen moet lopen wat niet helemaal ongevaarlijk is omdat ze best glad zijn. Iets wat de komende dagen niet zal veranderen. Gelukkig zijn mijn bergschoenen – de stevige yak-leren B/C schoen Lhasa II van Hanwag hier voor gemaakt. Droog en warm zijn mijn voeten. En ik heb goede grip door de Vibram zolen. Ik voel een soort vlinders in mijn buik, Anders dan gisteren voel ik dat het nu pas echt gaat beginnen.
Randal en Alex zijn al op weg, we gaan elkaar zien bij de eerste Lean-to. In verband met de fooddrop die ik heb geregeld bij de AT- hostel waar ik gisteren was 100-mile wilderness is redelijk opgedeeld in secties die je in een rustig tempo naar de volgende lean-to leidt. Je kunt hier vanaf wijken maar dan loop je het risico ergens onderweg zelf een vlakke plek te moeten zoeken voor je tent, en dat is in dit terrein niet eenvoudig, zeker niet in dit natte weer.
Als ik op pad ga kom ik al vrij snel op de trail in het bos. Eerst moet je het trail register tekenen. De wildernis is niet helemaal zonder gevaar en ze willen weten wie er ingaan en aan het einde wie er weer veilig is uitgekomen, Allemaal data die maken dat ze goed kunnen inschatten hoe het dat jaar verloopt.
Als ik bij Dacey Pond kom is het droog en neem ik een pauze bij het prachtige meertje, Dit is goed, De temperatuur is rond de 16 graden. Lekker om zo even te zitten.
Onderweg kom ik Ken weer tegen. Hij logeerde met zijn familie bij Dacey pond en is even aan het rusten. Terwijl we praten over de trail, wat ons inspireerde en hoe het is dit zonder familie te doen gaan we verder en zien een groepje park rangers naar iets kijken. Er blijkt een jonge eland van ongeveer een jaar in het water te staan. We vragen wat over de vele hopen keutels van elanden en andere beesten en leren iets over het eetgedrag (in deze tijd van het jaar eten ze vooral jonge blaadjes maar later zullen ze vooral in/ onder water grazen. Dit zie je dan in de poep die qua vezels verandert. Er zijn dit jaar ontzettend veel elanden hij waarschuwt ons nog voor het gevaar, Ze zien heel slecht maar horen goed en bij gevaar zullen ze gaan schoppen of kopstoten, Het beste kun je dan achter een boom of liever nog achter 2 naast elkaar staande bomen gaan staan waar de eland niet tussendoor kan, Dan ben je wel veilig. Ik voel me opgewonden want dit is ondanks mijn vele vakanties in Noorwegen, mijn allereerste eland,
We lopen verder en komen bij Abol bridge over de West Brache van de Penobscot river. Een plek van waaruit je mount Katahdin zou moeten kunnen zien, Het is redelijk opgeklaard en we kunnen Katahdin niet helemaal zien, De top is in een wolk gehuld maar het is meer dan we gisteren van Katahdin hebben gezien,
Iets wat ook echt bij de SOBO route past zijn de muggen in Maine voor de hele maand juni en soms ook nog juli. Vele uren heb ik dan ook mijn muggen net over mijn hoofd. Dat is erg warm bij het lopen maar het minst gevaarlijk want als je net balanceren over glibberige stenen door een poel loopt of over een gladde boomstam een stroompje over moet wil je niet net gebeten worden want de reactie is toch wegslaan en dat verstoord de hele balans, Zeker met 25 kilo op de rug glij je zo van de steen of boomstam af of blijf je met je voet achter een boomwortel hangen, Na een paar forse misstappen en nare valpartijen wordt ik voorzichtiger en laat ik me gewoon prikken, Ik heb besloten mijn kleding niet te impregneren met Permetrine of hoge concentraties DEET te gebruiken. Meer dan 90% is hier heel normaal maar vreet alles kunststof en elastiek weg. Ook vindt ik het voor mijn lijf iet gezond. Het duurt dan ook niet lang eer ik onder de muggenbulten zit. Het zijn ook niet alleen de muskieten maar ook blackflies en no-see-um’s Deze laatsten zijn het ergste. Ze komen in een zwermpje, gaan op je zitten en bijten een stuk uit je vel, je ziet ze dus bijna niet zoals de naam al doet zeggen maar de bulten zijn verschrikkelijk, Ik heb dan na een paar dagen zelfs cellulitis (ontsteking in de huid) door de reactie van mijn lijf op zoveel beten op een plek. Ik probeer en mindset te vinden om dit te negeren, Niet te gaan krabben en het te accepteren zoals het is, Het ziet er echter niet uit.
Het terrein is behoorlijk heuvelig, De pittige klimmetjes volgen elkaar snel op. Het regent nog steeds regelmatig maar de buien duren niet lang. Ik trek mijn regenjas ook al niet meer aan, De regen koelt zelfs lekker af en nat wordt je toch wel, De paar uitkijkpunten waar ik Katahdin nog kan zien zijn in nevelen gehuld. Gelukkig is de natuur waarin ik loop schitterend, Die magische berg waarop ik ben gestart kan ik dan wel niet van een afstandje bewonderen maar het enorm snel wisselende landschap blijft me verbazen, Zo loop je in een donkere koud en klam bos, waar de stenen donkergrijs zijn en zeer glibberig en niet te vertrouwen. Een paar honderd meter verder verandert dit in een jong bos met naaldbomen die de 2 meter nog niet eens halen. Vaak zijn dit gebieden met bosbranden in het recente verleden. Soms kunt je dit zelfs nog ruiken en vaak ook zien aan de bomen die er nog staan maar wel zwarte basten hebben, Het onderhout is dan helemaal weggebrand en voeding voor nieuwe begroeiing. In de bossen zie je veel chipmunks die vooral op de grond fourageren en hier en daar van alles uit de grond trekken. ALs ze bang zijn verdwijnen ze in kleine holletjes. Hoger in de bomen zie je de red squirrels. Deze lijken op onze rode eekhoorn en maken vreemde alarm geluiden. Ik heb ook al 7 Garter slangen gezien. Deze zijn ongeveer 50-60 cm lang en een duim tot 2 duim dik, Hun beet is ongevaarlijk en veroorzaakt alleen zwelling als bij een bijensteek. Ze zijn echter behoorlijk schuw dus een goede foto is nog niet gelukt.
Slapen heb ik in de 100 mijl wilderness vooral in de lean-to’s gedaan, Dit zijn houten shelters die aan 1 kant open zijn. Meestal is er plek voor 6 mensen soms 8. Een enkele keer moest ik door de drukte mijn tent opzetten, Omdat het bijna iedere dag regent is een lean-to wel makkelijker. Na een paar dagen lopen in de de 100 mijl wilderness voel ik me al behoorlijk plakkerig. Wassen is een dingetje, Iedereen stinkt. Zeker in een lean-to ontkom je hier niet aan, Zodra je je natte voeten uit de schoenen haalt ruik je de sokken en de rest. Ook hier wen ik al snel aan. De dag dat het zonnetje dan eens schijnt en ik langs een mini strandje loop kan ik de verleiding dan ook niet weerstaan om even te skinny-dippen. Echt zwemmen durf ik nog niet want het water is nog ijskoud en ik heb net een verhaal van een hiker gelezen over de bloedzuigers. Hier ben ik nog niet aan toe maar even een snelle poedel is heerlijk. Het moet ook snel want blote billen, daar zijn de steek beesten gek op. Al poedelend sla ik dan ook wild met mijn natte bandana om me heen en trek, zonder me af te drogen, mijn kleding weer aan.
De fooddrop vinden op dag 5 is een spannend gebeuren. Ik heb een goede omschrijving zoals “op zoveel km na Katahdin vlak na een kruising zie je 9 meter na de weg een boom met een white blaze op de voorkant en 9 meter verder een boom met een white blaze op de achterkant. Hier kijk je naar het zuiden en zie je laag bij de grond een boom 7 meter van het pad met een roze lintje. Volg de lintjes en na 20 meter zijn de voedselbronnen verstopt onder een camouflage kleed’. Nou, als echte geocacher zag ik dit als een leuk spel. Maar… Eerst stond ik bij de verkeerde kruising, hierna kon ik de bomen niet vinden, toen ik dan eindelijk bij de juiste kruising stond, de juiste bomen had gevonden zag ik geen lintje… Na even zoeken was het dan zover en sloop ik heimelijk het bos in om onder het kleed mijn ton met het felbegeerde eten te openen. Ik had namelijk een cruciale rekenfout gemaakt want de folderol kwam pas op dag 5 van de 9 maar ik had voor 4 dagen eten meegenomen en nog voor 5 dagen in de ton… Gelukkig had een van mijn trail maatjes geen fooddrop gedaan en al zijn eten in de rugzak, ook nog eens veel te veel. Je bent hier niet alleen en vriendjes maken gaat me goed af.
Na de voedseldrop is het nog 6 dagen lopen tot ik door de 100-mijl wilderness heen ben. Wat ik met name het zwaarste in deze eerste dagen vindt is het weer. Het is nog geen dag droog geweest. Ik loop al niet meer in mijn regenkleding want koud is het niet. Het is continue rond de 25 graden en snachts koelt het af naar 20 graden. Het is enorm vochtig. De trail is zompig en vaak moet je door modderpoelen heen. Soms liggen er boomstammen over en glibber ik daar overheen, soms kun je wijdbeens wat in om de poel heen, maar vaak is het een kwestie van doorstappen. Mijn leren bergschoenen zijn redelijk waterdicht en enkel hoog maar het duurt niet lang voordat ik natte voeten voel. Door de vele regen zijn de stroompjes die we over moeten kleine rivieren geworden. Dagelijks moeten we riviertjes doorwaden en in de eerste dagen lukt dat nog met de stapstenen die er vaak inliggen maar al gauw staat ht water zo hoog dat dit niet meer lukt. Natte voeten is ok maar echt doorweekte schoenen… Toch komt daar die eerste rivier waar ik niet meer overheen kan maar erdoor moet waden. Ik loop met Noah wat die vind dit ook allemaal best spannend. We maken de heupgordel en schouderbanden los want zodra de stroming je omver gooit wil je niet op je rug met 25 kilo rugzak naar de bodem zakken…
Bij het doorwaden van de stroom voel ik de druk van het water. Ik wil mijn voeten verplaatsen maar zodra ik ze optil neemt de stroom ze mee en komen ze op een andere plek dan ik wil. Ik probeer tussen de stenen te stappen maar ook hier moet je eerst met je trekking pole voelen hoe diep het gat is. Door de stroming en golven kun je dit niet goed zien. Het water komt halverwege mijn dijen in het diepste stuk. Als we eenmaal weer op de kant staan hebben we beiden even tijd nodig om de adrenaline te laten zakken. En we weten dat er nog vele doorwadingen zullen volgen die ook dieper zijn en door de aanhoudende regen waarschijnlijk meer stroming hebben.
Dit is de eerste rivier waar ik via de boomstammen erover ben geklommen. Dat was nog een hele kunst maar is gelukt. De 2-de rivier moeten we echt doorheen. We hebben geen keus meer. Soms is de rivier ondiep zonder veel stroming. Dan is het nog leuk om een foto te maken. Dit is al een rivier die rustig lijkt maar toch diepe gaten heeft Ik ben dan ook tot boven mijn knie nat. Soms kom je bij een rivier en slaat mijn hart ineens een stuk sneller. De vele regen verzamelt zich duidelijk. Dit lijkt dan weer een makkelijke fording, maar was het touw erboven nodig om staan te blijven. Met ontkoppelde rugzak en de stokken in 1 hand ga ik da zijwaarts met gezicht naar de stroming erdoor.
Natuurlijk zijn er naast de continue regen en de spannende rivierfordingen ook genoeg leuke dingen onderweg. Ik blijf genieten van dit prachtige avontuur. Ik doe allemaal dingen die ik nog nooit gedaan heb en voel me een echte avonturier.
Wat ik zo mooi vind in de 100-mijl wildernis zijn de vele meertjes. Soms zijn het moerassen met dode bomen die als skeletten de wacht houden. Vaak zie je daar prachtige bloemen. De meertjes zijn vaak spiegelglad doordat ze omringd zijn door de bomen. Je hoort de vele brulkikkers. Ook is er een vogel met een kenmerkende fluitriedel. Ik hoor hem de hele dag mar niemand kan mij de naam vertellen. Ik he hem ook nog niet gezien.
Er zijn de de 100-mijl wildernis 2 dingen gebeurd die echt niet leuk meer zijn. Ik wil ze toch noemen want ook dat is thru-hiken. Op een dag kom ik samen met mijn trailmaatjes bij de lean-to aan en zie dat er nog 1 plek is naast een hond. Die ligt alleen op een uitgespreide deken en om zich heen kleding, hondenvoer, een laptop etc maar geen eigenaar. Ik hoor dat de hond al langer dan 12 uur alleen is. Ik wil er niet naast liggen en zet mijn tent op tussen de bomen. De volgende dag is de eigenaar drong steeds niet. We geven de hond nieuw eten en drinken en een van de jongens belt de authoriteiten zodra hij weer breuk heeft met zijn telefoon. Later horen we dat de man dood is gevonden, niet ver van de lean-to en door meer informatie van andere hikers blijkt hij drugs te hebben gebruikt wat hem waarschijnlijk fataal is geworden. Ik griezel ervan want ik heb die nacht dus geslapen in mijn tentje in het bos terwijl er heel dichtbij iemand lag dood te gaan of al dood was. We hebben het met zijn allen hier nog dagen over gehad, Wat een triest verhaal.
Het tweede niet zo leuke voorval is het uitglijden tijdens een rivier doorwading, Ik stap op een gladde steen en glij er raar af en verdraai mijn linker knie. Die mist al jaren een van zijn kruisbanden die de knie stabiel moeten houden. Dit word normaal door mijn spieren in mijn been gecompenseerd maar mijn spieren zijn moe geworden en ik heb nog geen “trail-benen” zoals ze dat noemen. Ik ga dan ook fors door mijn knie en verzwik hem. Die avond is mijn knie 3 keer zo dik en kan ik aan de buitenkant voelen (kan er bijna niet aankomen, en ik ben zeker geen watje) dat ik waarschijnlijk ook mijn kniebanden fors gekneusd, misschien wel gescheurd heb. Ik ben er kapot van. Ik moet echt voorzichtig doen want in het begin moet mijn lichaam nog wennen aan het dagelijkse lopen met de 25 kilo op de rug. Ik wil niet voortijdig uitvallen. Ik zit er even helemaal doorheen en wordt getroost door mijn trail vriendjes. Gelukkig ben ik bijna in Monson en kan ik daar kijken wat te doen,
Op dag 11 loop ik, al vroeg in de ochtend want we hoeven maar 3 mijl (4,5 kilometer), de parkeerplaats op en wachten op de shuttle die ons naar Monson brengt. Als Poet (trailname van de eigenaar van Shaw’s hikers hostel in Monson) arriveert moet ik huilen als een kind. Alle emoties van de afgelopen 11 dagen komen eruit; de continue inspanning, de aanhoudende regen, het nieuws van de dode man, mijn verzwikte knie en de onzekerheid hierover, Ik laat me rijden naar de hostel en daar stopt het even. Ik krijg een soort blokkade en kan niet meer nadenken. Weer niet wat eerst of laatst te doen. Het is zo gek om na 11 dagen ineens weer in de bewoonde wereld te zijn. Ik besluit eerst te douchen en schone kleding aan te doen. Vervolgens zorg ik dat mijn was gedaan wordt en mijn tent en spullen kunnen drogen in de zon. Ja je geloofd het niet maar het is echt de hele dag droog en zonnig. Pas tegen de avond begint het weer te regenen. Dit houdt niet meer op. Ik ga vroeg slapen zonder eten, ik heb totaal geen eetlust meer na al deze indrukken. De energie is op.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.