Presidential Range
President op top – Mount Washington in de wolk – ik loop erboven
Haiku by Hennessy
Sinds de blikseminslag op de top van Sugarloaf mountain ben ik niet zo happig meer op kamperen als er een thunderstorm waarschuwing is. En dat betekent slapen in een shelter of in een hut.
In de White Mountains koop je daar als thru-hiker een speciale pas voor. Je krijgt dan 50% korting op slapen op een campsite of in een shelter. Die zijn namelijk lang niet allemaal gratis in de whites maar kosten 10$ per nacht. Als niet thru-hiker zonder pas zelfs $15. Ik betaal nu dus maar $5 per nacht en krijg als extraatje een kom soep en 2 “baked goods” in een van de hutten onderweg.
Als de tweede middag net voor de regen bij de hut aankom vraag ik om “work for stay”. Helaas is er net een wissel geweest van personeel en loopt er iets teveel mankracht rond en is er geen werk. Ik wil niet buiten in de tent met de voorspelde onweersbui en besluit te betalen. Een hut is van een heel andere prijs klasse dan de shelters en campsites. Je betaalt $179 per nacht inclusief tax. Dan heb je een bunkbed, geen douche, maar wel een fantastisch diner en ontbijt. gelukkig krijg ik korting omdat ik een thru-hiker ben maar dan is het nog steeds $149 want de 50% korting pas is alleen voor shelters en campsites.
Ik slaap met 2 andere vrouwen in de kamer met 3 stapelbedden. Het is niet vol in de hut en ik ben blij dat ik binnen zit als het onweer losbarst. Het avond eten is heerlijk: dikke linzensoep met home made zuurdesembrood vooraf, voedzame lasagne met salade als hoofd gerecht en gingerbread cookies met koffie als dessert. De crew vertelt over de hut en hoe met een helicopter 2 x jaar alle grote voorraden als blikken, zakken meel en suiker etc gebracht worden. Het verse eten zoals vlees en salade wordt 3 x week door de crewleden opgehaald van een trailhead. Ze nemen dan tegelijk het niet composteerbare afval mee de berg af. Dit gaat met grote rekken op de rug. Ze tillen als snel 30-45 kilo en lopen met zijn allen naar de trailhead. Alleen de kok van die dag is vrij. Die moet wel koken maar hoeft niet de zware tocht te lopen. Als ze terugkomen zie ik hoe hoog de dozen op de rekken zijn geknoopt. Het zijn rekken die 80 jaar geleden ook al zo gebruikt zijn. Blijken heel comfortabel en vooral ook veilig te zijn. De lopers komen helemaal bezweet aan. Er is geen douche dus ze moeten zich behelpen met emmer en water en in het geval er een meertje in de buurt is springen ze daar in. De meeste mensen doen dit werk een hele zomer lang. Werken 11 dagen achterelkaar en zijn dan 3 dagen vrij waarin ze of naar een oppikpunt lopen en in een speciaal huis in het dal vrij zijn. Of ze lopen naar een andere hut waar dan ook bevriende medewerkers vrij zijn en chillen dan met elkaar. Je bent om de beurt vrij. In deze hut is geregeld dat de gehele crew tegelijk een week vrij heeft. Dan komen er vrijwilligers om de hut te runnen. Vaak mensen die dit jaren terug ook als betaalde baan hebben gedaan. Ik snap nu iets beter waarom de prijs zo hoog is. Ik heb respect voor deze mensen.
De volgende dag loop ik over de toppen van de Carters en de Wildcats als het weer begint te regenen en onweren. Het duurt maar even totdat de toch al steile trail eruit ziet als een beekje. Binnen een half uur komt het water van alle kanten de hellingen af en is het vinden van de trail steeds lastiger. De white blazes zijn hier nog steeds spaarzaam en de verf is vervaagd. Niet elke beek is een trail en doordat er modder van de trail in het water komt kun je niet meer goed zien hoe diep de poelen zijn en of de stenen rond of puntig zijn. Het tempo gaat dan ook aardig naar beneden want ik wil geen ongelukken. Als ik bijna bij de weg ben vanwaar ik een shuttle kan regelen zie ik dat de rivier zo erg buiten zijn oevers is getreden dat hij de trail in een bocht aan het wegvreten is. Er zijn draaikolken in de bocht en de trail is daar weg. Ik kan niet omlopen en moet dus door. Voorzichtig loop ik door het kolkende water en voel met mijn voeten stap voor stap hoe diep het is. Die draaikolken kunnen diepe gaten maken. Het water komt tot aan mijn korte broek en het hart zit ondertussen ook een verdieping hoger. Als ik voorbij dit gevaarlijke stuk ben loop ik vlot naar de weg waar ik bij kan komen in het visitor center. Ik koop een bord warme clamchowder (vissoep) met een groot stuk focaccia. En warm me langzaam weer op. De shuttle driver komt 50 minuten te laat maar brengt me naar de cabin op Timberland campground die ik vanavond kan delen met trailmaatje Gazoo. Hij gaat morgen verder en ik besluit een zero te nemen want morgen wordt het mooi weer. Dat betekend dat het nivo in de rivieren waar ik doorheen moet kan zakken. En ik de dag erna minder risico loop tijdens deze oversteken. Ik sprak namelijk met een paar nobo-ers die vandaag de rivier te gevaarlijk vonden en al bushwackend langs de oever naar beneden waren gekomen, Hier wordt ik niet echt rustiger van.
De zero dag is heerlijk. Ik heb de hele cabin voor mezelf, slaap lekker uit, doe de was en bel uitgebreid met Bart en duik weer vroeg mijn nest in want om 6:00 uur staat mijn shuttle driver Ziggy klaar om me terug naar de trail te brengen. Hij beloofd dat hij op tijd zal zijn.
Vandaag bewonder ik Mount Washington vanaf verschillende toppen. Soms is de top zichtbaar maar ondanks het schitterende zonnige weer is de top vaak in een wolk verstopt. De voorspellingen zijn wederom regen en onweersbuien in de loop van de middag. Ik besluit dan ook weer om work for stay te vragen en anders gewoon te betalen. Echter onderweg glij ik op een nare manier uit als ik al rockhoppend een beekje met donkergroene, glibberige stenen oversteek. Ik val achterover en maak een halve koprol voordat ik in het water beland. Wat dom, ik moet echt voorzichtiger zijn. Als ik weer uit de beek geklauterd ben zie ik een forse schaafwond op mijn scheenbeen die fors aan het bloeden is. Ik spoel het schoon met gefilterd water en besluit het aan de lucht te laten drogen en ga ervan uit dat de natuur zijn werk zal doen. Echter een uur later zijn er al zoveel mensen die wat van mijn nog steeds druppende been hebben gezegd dat ik nog eens goed kijk.
Mijn hele sok is rood. De adviezen van de hikers: “looks nasty”, “daar moet echt een pleister op”, iemand vond zelfs dat ik naar de ER moest voor hechtingen. Ook antibiotica zalf is me aangeboden want tja, het zal eens gaan ontsteken. Ik lach het allemaal wat weg. Weet (denk ik) genoeg over wonden om dit in de gaten te houden en op tijd actie te ondernemen. Het grootste deel ik een flinke schaafwond en daar komt al een korst. Echter 1 plek is behoorlijk diep en wijkt uiteen. Dat is ook de plek die blijft bloeden. Ik besluit het voorlopig aan de lucht te laten drogen. En er niet een zwaluwstaart overheen te plakken om zo geen vuil op te sluiten. Bang voor littekens ben ik niet en ontstoken is het ook nog niet.
Eenmaal in de hut aangekomen doet mijn scheenbeen best pijn en is het hele onderbeen opgezwollen. Ik kan er flinke putten in drukken en dat heb ik nog nooit gehad. Ik wijt het aan een fors gekneusde spier op mijn scheenbeen in combinatie met de wond. Ik besluit geen work for stay te doen maar gewoon betalend gast te zijn. Echter vette pech want de hut is helemaal volgeboekt. Ik laat mijn been zien en zeg dat ik kamperen nu niet zie zitten. Blijkt dat ze 2 bunkplekken vrij hebben voor zieke of gewonde mensen. Ik wil mezelf niet zo bestempelen maar ik accepteer dit aanbod natuurlijk wel. Het eten is wederom fantastisch met een dikke maissoep vooraf met zuurdesembrood, gebakken aardappelen met bacon, erwten, salade en pulled pork als hoofdgerecht en een lemon-poppy cake met koffie als toetje. Mijn been is onder het eten helemaal opgezwollen en er loopt nog steeds wondvocht met bloed uit. Ik maak het provisorisch schoon met toiletpapier met veel water en leg er een maandverband op (ligt gratis bij de toiletten) en fixeer het geheel met mijn legging. Kruip daarna direct mijn nest in. Mijn been klopt en ik kan alleen op mijn rug liggen.
De volgende ochtend worden we door de crew met zang en banjo muziek gewekt. Na een stevig ontbijt met pancakes, aardappelen met ei en bacon en maplesirop kan ik er weer tegen. Mijn been is iets dunner en de wond lijkt droog. Ik besluit met korte broek te lopen zodat het mooi aan de lucht kan drogen. 
Het is mooi weer totdat ik Mount Washington op moet. Ik merkt dat ik hoog boven de boomgrens loopt, de wind is guur en het miezert soms. Ik loop in mijn regenjas. Vanuit de mist komt ineens een op kolen lopende treintje voorbij. Rare gewaarwording want in de hutten is veel aandacht voor natuurbehoud, duurzaamheid en schone energie. De met toeristen gevulde trein is dan wel een schril contrast. Net als de auto’s op de top waarmee drommen toeristen naar boven rijden om zich te laten fotograferen bij het summit bord en vervolgens in het visitorcentre een T-shirt kopen met I was on Mount Washington. Daar loop ik dan met mijn backpack, maak een foto, koop soep, pizza en een sinaasappel en hike de berg af. De wind haalt fors aan en ik loop stevig door. Als ik bij de hut aankom vlak voor het onweer losbarst vraag ik om “work for stay”. Dat hebben ze wel. Maar nog voordat ik hoor wat ik dan moet doen blijkt er iemand gecanceld te hebben. Ze geven geen geld terug maar geven deze bunkplaats aan een tru-hiker, en laat ik nu die gelukkige zijn. Kadootje ter waarde van $149 inclusief diner en ontbijt. Ik ga direct met mijn been omhoog liggen want het is nog maar 16:00 u, over 2 uur eten we pas. De oogjes gaan even dicht.
Vlak voor het eten blijkt dat een groot deel van de tramily ook in de hut is gearriveerd, 2 doen work for stay en de rest betaald. Ze zijn verbaasd dat ik de gratis plek heb gekregen, hadden hier nog nooit van gehoord. Ik ben in stilte blij met mijn geluk. Het is allemaal al duur genoeg. We hebben het gezellig aan tafel. Ik merk dat ik steeds beter de gesprekken in het Engels kan volgen, ook krijg ik complimentjes over mijn Engels. Ik blijf bescheiden en ik hoor mezelf vaak stoeien met de grammatica en woordkeuze maar het gaat steeds gemakkelijker. Na het eten praat ik en uur met een stel van rond de 35 jr. Zij al al heel lang de Appalachian trail lopen en komt maar niet tot een daadwerkelijke start. Ze vraagt of ik wat vragen wil beantwoorden waar ze mee zit. Het is een heel leuk gesprek. Ik merk ook wel degelijk de verschillen tussen Nederland en Amerika in het vrij nemen/ krijgen/ gegund worden door je baas. Ik heb op tijd aangegeven dat ik plannen had voor een verlof van 6 maanden om deze tocht te lopen, mijn bazen gunnen me dit avontuur en de voorwaarde was dat ik het op tijd zou aangeven zodat we mijn vervanging konden regelen en alles wat bij het overdragen van de patiënten zorg hoort in gang konden zetten. Januari 2022 heb ik dan ook aangegeven dat ik in juni 2023 op pad wilde gaan. Ik heb 6 maanden onbetaald verlof met behoud van contract. in Amerika is dat helemaal niet zo simpel. Veel mensen moeten hun baan opzeggen en weten niet waar ze zullen van werken bij terugkomst na de trail. Dit geeft soms onzekerheid. De werknemers worden hier minder goed beschermd in hun werk contracten. Ik heb een aantal ontmoet die in eerste instantie “approved absence of work”, oftewel een akkoord voor tijdelijk verlof kregen maar vlak voor hun werk hoorden dat het contract toch ontbonden werd. Sommigen konden na de trail terug komen en dan hopen dat er niet iemand anders was aangenomen en sommigen wisten direct al dat ze op zoek zouden moeten naar nieuw werk. Ik ben ontzettend blij dat mijn bazen zo vol achter dit avontuur staan en me hierin steunen. Het voelt goed om te weten dat ik op 5 december als Sinterklaas kadootje weer aan het werk moet, mag en kan tegelijk.
Ook hier praat ik over met het stel. Het hele gevoel van de trail willen lopen zal op een gegeven moment zo sterk worden dat je motivatie groot genoeg is om de belangrijke stappen te zetten als, je omgeving over je plannen vertellen, north-bound of south-bound kiezen en hieraan vast hangt dan ook je vertrek periode. North-bound kan niet veel vroeger dan februari-maart in verband met de sneeuw in de Great Smokey Mountains, maar ook niet te laat want op 1 oktober gaat Baxter State park dicht en kan je Mount Katahdin niet meer beklimmen om te finishen. South-bound kan niet veel eerder dan eind mei, begin juni want je moet wachten tot Baxter State Park open gaat. Er is geen deadline voor de finish in Maine op Springer Mountain maar hoe later je vertrekt, hoe zekerder je bent van sneeuw en vrieskoude in de Great Smokey Mountains. Als je besloten hebt welke kant je op wilt lopen is het tijd voor de datum. Het hangt er natuurlijk ook nog vanaf hoeveel tijd je nodig hebt om je voor te bereiden. Qua materiaal kopen, uitproberen, aanpassen, conditie opbouwen, informatie verzamelen enzovoort,
Tijdens ons gesprek waarin ze veel goede vragen stelt en ik enthousiast vertel zie ik haar ogen steeds meer glinsteren. Het vuurtje brand al van binnen. Ik benoem wat ik zie en ze beaamt ook dat ze eigenlijk vooral tegen het prikken van de datum aanhikt, Dit is zo herkenbaar voor mij want ik herinner me dat moment ook heel goed. Zeggen dat ik in juni 2023 voor 6 maanden naar Amerika zou gaan om de trail te lopen maakte dat het ineens echt was, een planning vergde en echte voorbereidingen als laatste werkdag, een visum regelen, een ticket kopen en de eerste 3 overnachtingen boeken.
Om 20:00 vallen mijn ogen bijna dicht en ik bedank haar voor het leuke gesprek en wens haar wijsheid en moed toe om deze eerste stappen te zetten. Ze is er klaar voor.
De dagen na Mount Washington zijn prachtig qua weer. De voorspellingen zijn iedere dag weer regen en onweersbuien maar wonder boven wonder is dit eigenlijk altijd aan het einde van de dag. Soms pik ik een staartje mee in mijn laatste wandel uur maar meestal ben ik net in de shelters. De bergtoppen in de Presidential Range zijn allemaal vernoemd naar presidenten en ik loop dan ook over Washington, Adams, Jefferson, Madison, Monroe, Franklin and Eishouwer. De uitzichten zijn prachtig en hoewel gisteren Mount Washington in de mist was gehuld en er geen uitzicht was, is ze de rest van de dagen vol in beeld en eerlijk gezegd, ik vind het een trieste berg die door de toeristen haar wilde charme kwijt is geraakt en ik geniet van een afstand veel meer van haar schoonheid, Ik besef dat ik een van die toeristen ben maar toch doet het me zeer wanneer ik zie dat een berg zo volgebouwd kan worden met lelijke betonnen gebouwen, parkeerplaatsen en zelfs een lawaaiige op steenkool lopende trein.
Afscheid van dit prachtige alpiene gebied (boven de boomgrens liggend) komt dan toch onvermijdelijk en gaat weer eens gepaard met een hoop regen en onweer, In de shelter voor de afdaling krijgen we de waarschuwing van de caretaker (de shelters in de White Mountains hebben een caretaker die je adviseert over het gebied en ‘sochtends het weerbericht vanuit mount Washington observatory vertelt.
Er komt extreem slecht weer aan met veel regen, onweer en harde windstoten. Je loopt eerst een paar kilometer op de open bergrug van Franconia Ridge en dit kan met onweer gevaarlijk zijn. Ook harde windstoten zijn hier niet ongevaarlijk. Daarna komt de afdaling die steil en technisch moeilijk is en glad in de regen. Het advies is dan ook als je eten genoeg hebt om een dag te wachten. Ik maak mijn eigen afweging want het weerbericht is al dagen zeer onbetrouwbaar. De voorspellingen van regen en onweer overdag komen altijd aan het einde van de dag dus ik besluit om te gaan en als ik het op de rim niet vertrouw kom ik terug. Met toch wel enige adrenaline in mijn lijf ga ik op pad.
Op de rim aangekomen is het koud en miezerig en de wind haalt al aardig aan. Ik loop in mijn regen pak want warm is het niet en onderkoeling ligt op de loer als ik me nat laat regenen, Het terrein is dusdanig dat mijn snelheid niet hoog genoeg ligt om goed warm te worden dus vandaar het regenpak. Dit blijkt een goede keuze te zijn want zodra ik de rim over ben en aan de afdaling kan beginnen start de regen alsof iemand de kraan opendraait. Het komt met bakken uit de lucht opnieuw wordt de trail een rivier en moet ik mijn tempo aanpassen. Het is een lange en steile afdaling die soms meer op traplopen lijkt, zo steil stap je van rotsblok op rotsblok. Het komt dan ook enorm op de knieën aan en ik besluit mijn tempo dan ook aan t passen. Het gevaar van struikelen is hoog en op deze puntige rotsen wil ik niet vallen. Toch gebeurt het regelmatig dat ik mijn voeten verkeerd neerzet of net met teen of hak blijf hangen achter een boomwortel of rand in een rots. Ik wordt dan ook steeds beter in vallen en opstaan. Het doet me herinneren aan die dag in Noorwegen waar ik met Bart aan afdaling deed en ik viel, natuurlijk net op een moment dat er ook andere mensen langsliepen (ego-dingetje). Ik viel echter zonder schade aan mijn lijf, stond op en liep verder alsof het er allemaal bij hoorde. Een vrouw vroeg me of alles ok was en ik zei ja. Waarop Bart toevoegde “she’s unbreakable”. Stil draag ik deze geuzen naam dan ook een beetje met trots want hij lijkt toepasselijk op de trail. Ik ben al zo vaak uitgegleden en gevallen en heb bijna elk gewricht in meer of mindere mate verzwikt, verstuikt, verrekt of gekneusd. Al mijn ledematen zijn al aan de beurt geweest met schaafwonden in verschillende ordes van diepte. Maar tot nu toe is alles genezen op de trail terwijl ik doorloop, mijn loop techniek aanpas. Bewust ben van welk been dominant is bij stijgen en dalen en dit aanpas aan de hand van wat ik voel in mijn botten, pezen en spieren. Ik weet genoeg over hoe een lichaam beweegt, waar de krachten komen en hoe je deze kunt ondersteunen met looptechnieken en juist gebruik van mijn trekking poles. De wandelstokken zijn dan ook onmisbaar en een goede combinatie samen met mijn bergschoenen. Ik zoek het gevaar niet op maar ben me wel bewust van de randjes waarin ik me soms beweeg en dat geeft ook wel een kick. Niet dat ik dat nodig heb maar ik ben bijna 53 jaar en vindt het best een fantastisch gevoel dat mijn lijf deze enorme fysieke inspanning iedere dag weer aan kan. Ik heb groot respect voor de veerkracht van het menselijk lichaam en met name dat van mijn eigen lijf.
Wanneer ik na een uitputtende dag aankom in het Flume Visitor centre ben ik dan ook klaar voor een goede nachtrust. Ik laat me oppikken door de Notch Hostel waar ik zal slapen in een echt bed.
Het laatste stuk in de White Mountains zijn de kinsman’s met zijn prachtige alpiene gebied en meertjes en met als sluitstuk Moosilauki Mountain. Een erg steile berg waar ik langs een waterval recht omhoog moet klimmen. Er komt voor mijn gevoel geen einde aan deze klim en ik voel heel langzaam de man met de hamer komen. Mijn tempo zakt naar beneden en de benen kan ik niet meer optillen. Meestal is dit op te lossen met extra drinken maar deze keer helpt dit niets. Dan graaf ik alles wat maar eetbaar is uit mijn heupgordel tasje waar ik mijn snacks bewaar. 2 energy bars, een zakje beef jerky, een zakje gummy bears en een kleine snickers. Langzaam komen de krachten terug. Dit was dus echt een veel te lage bloedsuiker. Ik moet beter opletten dat ik voldoende calorieën eet voordat ik een zware klim moet doen, zeker als het bijna etenstijd is. Ik kom gelukkig zonder ongelukken bij de shelter en de volgende dag heb ik een waypoint in mijn kaart gezet met als titel “vanaf hier wordt het terrein gemakkelijker”. Op dit moment kan ik mij dat haast niet voorstellen. Maar de volgende dag is het echt waar. Het rotsachtige pad veranderd in een vlak bospad bezaaid met dennennaalden. Mijn gemiddelde loop tempo is ineens 5 kilometer per uur en ik wacht op het moment dat ik de bocht om ga en de rotsen terug zijn. Dat gebeurd echter niet. Vandaag wordt ik aan het einde van de dag opgehaald door Leif. Een vriend van Korina die ik 30 jr geleden ook ontmoet heb heeft mij uitgenodigd om 3 nachten te slapen in zijn huis zodat ik de 2 tussenliggende dagen met een lichtere rugzak kan lopen. Dit noemen ze “slackpacken”. Een fantastisch aanbod waar ik al weken naar uitkijk en nog mooier… de 2 dagen erna ga ik samen met Korina naar een cabin van Leif’s moeder dichtbij en heb ik 2 volledige rustdagen.
Het grappige is dat ik in Monson op dag 11 moest bedenken waar mijn bouncebox naar toe moest en wat de verwachte datum zou zijn dat ik hem op zou halen (zo lang houd het postkantoor je box vast). Ik gokte toen op 19 juli en exact op 19 juli ben ik er.
Na een heerlijke nacht slapen bij Leif en zijn gezin die me heerlijk verwennen met goed eten en een lift naar de trail in de ochtend en aan het einde van de dag me weer oppikken. Doordat ik follow mijn iPhone door heb gegeven kan Leif precies zien waar ik ben en staat hij letterlijk net 10 minuten te wachten als ik de trail uit kom wandelen.
Het slackpacken is heel bijzonder.Geen gewicht in mijn rugzak geeft een licht ongerust gevoel. Alsof ik iets belangrijks niet bij me heb. Ik geniet met volle teugen van het tempo wat ik blijkbaar kan lopen en de afstand die ik af kan leggen. Het geeft een enorme boost dat mijn lijf klaar is voor grotere afstanden.
Ik ga na dag 1 met Leif mee naar zijn bijen en gehuld in imker pak kijk ik toe.
Na 2 dagen bij Leif en Donna is er de laatste avond een BBQ met vrienden georganiseerd. Mijn zus Korina is er intussen ook. Na een heerlijk diner en gezellige avond breekt dan de zaterdag aan en vertrekken Korina en ik na een uitgebreid afscheid naar de cabin, Onderweg een resupply bij de Walmart en nog nieuwe (dunnere) sokken en een korte legging gekocht. Mijn voeten zijn wat meer uitgezet, platter geworden en met dunnere sokken hebben ze net wat meer ruimte in de schoenen. We eten in een diner (tja de calorieën eten gaat ook op zero dagen gewoon door want een uur na het ontbijt vraagt het lichaam al om nieuw eten) en rijden dan naar de cabin.
Het is schitterend weer en we zitten letterlijk 2 dagen buiten op het houten deck onder een zonnedak gemaakt van trekking poles en mijn tent. Lekker kletsen en snacken, De wilde weide voor de cabin staat vol bloemen en de de monarch vlinder, die alleen op Milkweed haar eieren legt fladdert om ons heen. Het lijkt wel paradijs en voel me even helemaal los van de trail. Op zondag middag brengt Korina me terug naar de trail en loop ik 1 mijl (1,6 kilometer) naar de shelter en is het weekend en de verwennerij ten einde gekomen.
De volgende dag loop ik vol energie Hanover binnen en ontmoet ik mijn tramily weer. We slapen die dag bij trailangels thuis. Wat zijn er een hoop ruimhartige mensen die hun huizen openstellen. De dag erop eten we ons ontbijt bij de beroemde bakkerij Lou’s in Hannover en gaan daarna op pad richting Vermont. Het is dag 47 en heb ondertussen 712 kilometer van de 3600 kilometer afgelegd.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.