Rocky
Iemand strooit met steen – de trail bezaaid met punten – Rocksylvania
Haiku van Hennessy
De staat waar ik na de White Mountains het meest tegenop zie is wel Pennsylvania. De trail die hier loopt staat bekend als rocky. De staat wordt dan ook wel Rocksylvania genoemd. Je kunt amper om je heen kijken want zodra je niet kijkt waar je je voeten neer kunt zetten stoot je direct je voeten tegen een steen, of je gaat op een steen staan die los ligt en verzwik je je enkel. De ruimte tussen de stenen is meestal niet voldoende voor je voeten dus je staat de hele tijd scheef en dat is belastend voor de enkels, knieën en heupen. Eigenlijk gaat je hele lichaam zeer doen omdat het vaak meer struikelen dan lopen is.
Soms worden de rotsblokken groter en moet je wat meer klauteren echter de rotsblokken zijn niet zo groot en zwaar dus vaak stap je op een blok die dan net wel weer los ligt en loop je al wiebelend en balancerend. En net wanneer ik het helemaal zat ben is daar weer dat redelijk gladde bospad. Echter slaak geen zucht van verlichting want vaak duurt het tot de volgende bocht en sta je weer tussen de stenen. Ik vind het verschrikkelijk lopen. Je komt niet in een lekker wandeltempo en mijn schoenzolen en stokpunten krijgen het zwaar te verduren.
Ik heb geen keus en zet mijn mindset op “trochsette mei dy hap”.
Een paar pareltjes onderweg maken het wel mooier. Ik zie mijn eerste ratelslang. Een Timber Ratler van bijna een meter lang en zo dik als een kinderarmpje. Hij ligt languit in de breedte van de trail en ratelt met zijn staart als mijn maatje Gorp en ik eraan komen. Krult zich op, klaar voor de aanval. Gorp maakt een foto van veilige afstand. Veilig betekend 2 x de lengte van het beest. Ze komen niet naar je toe maar in opgerolde houding heeft de slang een aanvalsbereik van zeker zijn lengte. De beet is dodelijk en vereist direct medische spoedhulp. We lopen er met een boog omheen en de uren erna ben ik extra alert op ratel en slang en combinaties. We zien die dag echter geen nieuwe slangen.
Later zie ik nog 2 copperheads die rustig onder een steen liggen, nog geen 2 meter van de plek waar we lunchen. Ze zijn giftig maar niet levensgevaarlijk.
De black ratsnake is ook al op mijn pad gekomen. Ze liggen vaak langs de trail, zijn bijna een meter lang met een stevig lijf en nieuwsgierig. Niet giftig. Wel indrukwekkend want gitzwart.
Ook zie ik een paar keer een zwart met gele schildpad rustig over de trail kruipen. Een goede foto maken is lastig want hij is nogal schuw en kruipt in zijn huisje zodra je te dichtbij komt. Ik heb tijd zat dus terwijl ik op de trail ga zitten en rustig wacht gebeurt er helemaal niets. Slechts een kleine blik naar buiten, zodra ik in het vizier kwam kroop de schildpad direct weer weg. Het blijkt een box schildpad te zijn. Leeft in de bossen vaak vlakbij water.
Prachtig zijn ook de red efts, oranje salamanders die eerder effen oranje waren maar nu stippen hebben.
Ik zie mijn eerste porcupine in het bos. Een soort stekelvarken zo groot als een kleine hond. Hij is heel schuw en probeert snel weg te schuifelen maar dat gaat niet zo snel dus tijd zat voor een mooie foto. Ze staan bekend om hun knaaglust. Veel shelters en privvi’s hebben knaagsporen.
Wat ook prachtig is zijn de uitzichten. In heel Pennsylvania loop ik op een bergkam, “ridgeline”. Er zijn wat “gaps” waarbij je een steile afdaling naar een rivier of weg naar een stadje hebt en daarna weer steil de ridge op klimt maar de uitzichten naar de vaak brede valleien aan weerszijden zijn prachtig.
Het weer zit erg mee. Eigenlijk is het aan de hete kant. Temperaturen rond de 25-35 graden. Onder de bomen is het rond de 25 maar iedere opening of blootliggende rotspartij is heet. Daarbij komt dat heel Pennsylvania droog staat. Er zijn geen riviertjes, beekjes om je water uit te halen.
Soms een zeldzame waterbron of locals laten waterjugs van een gallon (3,7 liter) achter op aangegeven plaatsen. Omdat we nog redelijk wat NOBO-ets tegen komen zijn de caches vaak al leeg. Ik ben dan ook erg alert op mijn watervoorraad. Ik zweet met dit weer als een otter en drink zo 3-4 liter per dag aan water met een electrolyten poeder erin. Ik start de dag met 2 liter in de waterblaas en 1 liter electrolyten. Vanuit de blaas kan ik nieuwe electrolyten maken. Het is een heel gewicht maar je kan niet zonder.
Als ik door een dorpje komt zie je vaak buitenkranen die door ons hikers gebruikt mag worden. Niet altijd lekker koel als het water in de leiding de hele dag onder het asfalt opgewarmd is maar ik heb geen keus.
Eten is met dit warme weer ook best een uitdaging. Ik verbruik heel wat calorieën en ben dan ook al 7 kilo afgevallen. Weeg nog maar 60 kilo ( even zwaar dan toen ik 20 jaar was). Gelukkig is het gewicht nu wel stabiel en voel ik me fit en kan de inspanning volhouden maar als ik een dag door de warmte minder trek heb dan komt de man met de hamer onverbiddelijk langs. Dus tussen de middag dan toch maar die bagel met pindakaas en jam.
In Pennsylvania slaap ik een aantal nachten in de stadjes, soms bij mensen thuis die als trailangels bekend zijn in de hiker community en je hoort van hen via via. Belt ze op en ze pikken je ergens op en je slaapt bij hen thuis. Heel bijzonder. Ook slaap ik een aantal keren in een kerk, een grasveld bij een klooster, een paviljoen in een dorp of ergens achter een café op een grasveldje. Dit laatste was wel een bijzondere.
Ik besluit om een aantal mensen in te gaan halen die een dag op me voor zijn maar waar ik graag mee wil lopen. We hebben echter hetzelfde tempo en ik loop al maximaal. Het enige wat ik kan doen ik langere dagen maken. Ik begin wat vroeger op de dag, neem minder pauzes en loop door tot na 18:00 uur.
Op de dag dat ik mogelijk op dezelfde plek aan zal komen kom ik Gorp tegen. Een gezellige vent van 23 jaar. We staan samen te genieten rond 12 uur in een koffiehuis langs de trail waar fantastische life muziek wordt gemaakt op dat moment. Slechte timing want ik wilde die dag extra kilometers maken. Echter koffie en goede muziek daar kun je ook goed op lopen dus we blijven een 1/2 uur hangen.
Net als we willen gaan lopen komt er een man op ons af met een prachtige oude camera. Hij is fotograaf en vraagt of hij ons mag fotograferen. Ja natuurlijk mag dat.
Na een 1/2 uur praten met deze interessante man gaan we dan eindelijk op pad. Het is erg warm en puffend komen we weer bovenop de ridgelijn. Ik vertel mijn einddoel voor die dag en Gorp wil naar hetzelfde stadje. Het café waar je kunt overnachten in de achtertuin gaat dicht om 21:00 uur dus we hoeven geen pauze te nemen om warm eten klaar te maken want dat doen we wel in het café. Helaas denken we niet goed na want het stuk trail blijkt lastiger en rotsachtiger dan we verwachten en vertraagt ons tempo enorm. Waar we ook geen rekening mee hadden gehouden was de zonsondergang want rond 19:30 is het al zo donker dat we onze hoofdlampen aan moeten doen. Een gevaarlijke combinatie blijkt want op dit stuk zeer oneffen trail in het donker val ik op mijn te knie en elleboog. Een scherpe pijn in m’n mijn knie. Ik zie wat schrammen op mijn elleboog en knie en kan alles nog bewegen. Het doet wel pijn maar hup, daar gaan we weer. Tijdens het lopen gaat het redelijk dus we lopen maximaal tempo en kunnen het daggemiddelde van 3,7 km per uur goed vasthouden en dat is verrassend snel voor dit terrein. Als we het stadje naderen is het al bijna 21:00 en we houden er al rekening mee dat het café dicht is en we nog moeten koken. We voeren het tempo nog wat op en om precies 21:05 staan we voor een dichte deur. We zien personeel lopen en kloppen op de deur om te vragen of het ok is dat we de tent opzetten in de achtertuin. Zodra eigenaar Joe hoort dat er 2 thruhikers zijn café binnengerold zijn worden we uitgenodigd om aan de bar te komen zitten. Hij is onder de indruk van onze 45 kilometer dag (wij ook) en bied ons een koud pilsje aan. Die lusten we wel en in notime gaat er een koude pint bier in. Ik vraag een glas water want dit gaat problemen geven met het opzetten van de tent straks. Als ik even naar de wc ga en terug kom staat er een refill klaar. 2 pints bier later (lees 2 x 473 ml!) sta ik giebelend in het donker mijn tent op te zetten. De headlamp op rood licht om trailmaatjes Stitch en Bottles niet wakker te maken (het inhalen is gelukt). Het is een hele klus en ik besluit het simpel te houden. Tent, slaapmat en quilt. Meer kan mijn hoofd nu niet aan. Moe maar voldaan val ik in een droomloze slaap. De volgende dag hebben we een trage start. Stitch en Bottles zijn al op pad. Joe brengt ons nog naar de supermarkt en om het geheel efficiënt te laten verlopen vraagt hij ons steeds wat we nodig hebben en roept dan luid het nummer van het gangpad waar we het product kunnen vinden. 10 min later zijn de boodschappen gedaan en staan we op de trail. Het tempo ligt duidelijk lager dan gisteren. Het lichaam moet duidelijk herstellen van de monstertocht. Het uiteindelijk meer dan een marathon. Mijn langste dag ooit als backpacker.
Uiteindelijk kost het me nog een paar dagen om bij Bottles en Stitch te komen want mijn knie speelt wat op. Ik draag mijn ondersteunende neopreen band weer want zowel knie als onderbeen zijn weer oedemateus. Bang voor infectie ben ik niet maar ik ben er niet gerust op en probeer mijn looptechniek zo aan te passen dat ik niets extra belast dan ik al doe. Goed de stokken gebruiken, letten op waar ik mijn voeten neerzet en niet te veel in mijn stap vallen.
Uiteindelijk na Duncannon wordt de trail vlakker met lange stukken bospad en een enkele keer een stuk rotsen. Het tempo gaat verder omhoog en waar ik een week terug nog gemiddeld over een dag rond de 3 km per uur loop (let wel dit is inclusief pauzes) loop ik nu 3,3-3,5. Een dag van minder dan 25 kilometer komt niet meer voor. Alleen als ik een zogenaamde NERO plan. Ik voel me sterker worden en hoop dat mijn knie al lopend zal herstellen.
Als ik na een paar dagen bij ben met Stitch en Bottles loopt ondertussen ook Rabbitfoot in dit groepje mee. De eerste dagen ligt het tempo net wat te hoog voor mij. Ik merk dat het een week duurt voordat ik de moeheid van mijn 45 kilometer dag kwijt ben en mijn afslankt.
Het zuiden van Pennsylvania is prachtig. De bossen wisselen af met graslanden waar het hooi in grote balen klaar ligt voor de winter. We lopen van dorpje naar dorpje en eten vaak ontbijt, lunch of diner onderweg. Dit scheelt sjouwen in de rugzak en is helemaal niet duur. Toast met gebakken eieren, bacon en gebakken aardappelen om 8:00 uur sochtends gaat er goed in. Tussen de middag hamburgers met friet en de o zo lekkere koude cola. Savonds eten we meestal wel ons hikermaaltje uit de rugzak. De noodles, tonijn, pindakaas en citroen kan ik niet meer zien. Ik ben nu aan de instant aardappelpuree met gedroogde bacons en een pack pulled pork. Een scheut olijfolie voor de extra calorieën. Een keer kunnen we zelfs pizza laten bezorgen op een parkeerplaats vlakbij de shelter.
In het zuiden van Pennsylvania vieren we ook heel wat 1/2 wege momenten.
Eerst komt het 1/2 wege de tijd. Het moment dat ik al 84 dagen gelopen heb en er nog 83 moet. Vanaf nu tel ik echt af.
Wat volgt zijn wat oude 1/2 wege punten van de trail. Omdat de route elk jaar wijzigingen krijgt verschuift ook het 1/2 wege punt. Er zijn een paar mooie 1/2 wege punten onderweg bewaard gebleven en we komen echt in de stemming. Ons echte 1/2 weg punt is door een SOBO-er gemaakt dit jaar en we staan er ook echt even bij stil. Vanaf nu tellen we ook de kilometers af.
Vlak na het 1/2 wege punt passeren we de Mason-Dixon lijn. Een historische lijn die de grens van Pennsylvania met Maryland aangeeft in de tijd (1763-1765) dat deze Staten door de koning van Engeland geschonken werd aan edellieden. Later speelt deze lijn een rol na de burgeroorlog (1861-1865) waarin het zuiden (de confederatie, veel grootgrondbezitters en slavenhouders) en het noorden (de unie, kleinere landbouwers maar later ook de betere ontwikkeling/ industrialisatie) het ondere andere oneens zijn over de belastingen die moeten worden betaald maar ook het recht om slaven te mogen houden. Het resultaat van deze oorlog is dan ook de afschaffing van de slavernij.
We komen in het zuiden van Pennsylvania dan ook veel monumenten en ruïnes tegen op plekken waar bloedige veldslagen hebben plaatsgevonden.
Voor mij is de Mason-Dixon lijn de grens naar de volgende staat. Maryland. De trail loopt er kort doorheen en na 2 dagen kom ik in Harpers Ferry. Een belangrijke plek in de geschiedenis van de burgeroorlog en het stadje is dan ook prachtig Authentiek.
Als thruhiker is dit het emotionele 1/2 wege punt. Aangekomen bij het Appalachian Trail visitor Centre wordt er een foto van je gemaakt en krijg je je doorkomst nummer.
Ik ben SOBO thruhiker 52 die doorkomt. Dat is een prachtige prestatie.
We vieren dit met zijn 5-en (Tortch) is ondertussen ook weer aangesloten) met een heerlijke lunch. Hierna checken we in in de hostel en de rest van de middag relaxen we, laat ik mijn stokken repareren bij de outfitter (buitensport zaak) want de punten zijn er compleet afgesleten. Ook zend ik nog wat spullen vooruit die ik nu niet gebruik maar wel wat wegen. Savonds komt er nog een staartje van een storm langs en worden we haast van het terras geblazen door valwinden. Later horen we van omgewaaide bomen en een power-out (uitval elektriciteit door kapotte bovengrondse leidingen). Gisteren in het bos hadden we ook 10 minuten lang hevige valwinden en regende het eikels!!! De bossen zijn zo gortdroog dat het wel herfst lijkt, bladeren worden geel, rood en bruin en sommige bomen laten zelf groen blad vallen. Ook de eikels zijn nog groen. Er valt amper regen.
De staat die nu voor ons ligt is West Virginia. Waar we maar een paar mijl lopen en daarna Virginia. Op weg naar de rollercoaster en de Shenandoah’s.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.